Geloofsbelijdenis

Inleiding

Evangelische christengemeenten delen met elkaar een aantal belangrijke geloofszekerheden. Deze bepalen onze identiteit en worden door alle gemeenten, die bij de ECV aangesloten zijn, onderschreven. Hieronder formuleren we de fundamentele geloofswaarheden als Geloofsbasis. Deze worden niet alleen door ons als evangelische christengemeenten maar door alle bijbelgetrouwe christenen beleden. Maar in het document 'identiteit en werking' beschrijven we ook onze theologisch accenten waaruit de specifieke eigenheid als evangelische christengemeenten mag blijken.

Uiteraard is de invulling van onze identiteit menselijk denkwerk. We hebben niet de pretentie dit op hetzelfde niveau te plaatsen als Gods Woord, de Bijbel. We willen ons blijven openstellen voor correcties en aanvullingen. De identiteitsbeschrijving is een theoretische basis die moet toegepast en beleefd worden vanuit een oprecht geloofsvertrouwen. Hierin komt de liefde voor God en voor elkaar op de eerste plaats. In dat zelfde document volgt tenslotte nog een gedeelte over de werking van onze gemeenten, waarin vooral praktische zaken besproken worden. Deze kunnen door elke gemeente naar eigen inzicht en volgens de plaatselijke situatie aangepast en aangevuld worden. Het is ons gebed dat deze vaststellingen elke christengemeente ten goede zal komen.


Geloofsbelijdenis

Net als de eerste christenen, belijden onze gemeenten het christelijke geloof. De belangrijkste accenten daarvan werden al vroeg in belijdenissen doorgegeven aan de jonge kerk. De geloofsbelijdenis wordt onderschreven door alle ware christenen, ongeacht het soort kerk waartoe zij behoren:

  1. Wij geloven in één God, de almachtige Vader, Schepper van de hemel en de aarde, van alle zichtbare en onzichtbare dingen.
  2. En in één Here Jezus Christus, de eniggeboren Zoon van God, geboren uit de Vader voor alle eeuwen, God uit God, Licht uit Licht, waarachtig God uit waarachtig God; geboren, niet geschapen, één van wezen met de Vader; door Hem zijn alle dingen geworden.
  3. Terwille van ons mensen en van ons behoud is Hij neergedaald uit de hemel en vlees geworden door de Heilige Geest uit de maagd Maria en is een mens geworden. Hij is ook voor ons gekruisigd onder Pontius Pilatus, heeft geleden, is begraven. Op de derde dag is Hij opgestaan overeenkomstig de Schriften. Hij is opgevaren naar de hemel, zit aan de rechterhand van de Vader en zal in heerlijkheid weerkomen om te oordelen de levenden en de doden. En zijn rijk zal geen einde hebben.
  4. En in de Heilige Geest, die Here is en levend maakt, die van de Vader en de Zoon uitgaat, die samen met de Vader en de Zoon aanbeden en verheerlijkt wordt, die gesproken heeft door de profeten.
  5. En een heilige, algemene en apostolische kerk.
  6. Wij belijden een doop tot vergeving van de zonden.
  7. Wij verwachten de opstanding van de doden en het leven van de komende eeuw.

(Geloofsbelijdenis van Constantinopel - 381 AD) Deze geloofsbelijdenis wordt verder toegelicht in onze identiteit en werking (meest recente versie).